Op de dag dat de Oranje-selectie Auschwitz-Birkenau bezocht, verscheen op internet een foto van de Italiaanse selectie, die ook een rondleiding kreeg in het epicentrum van de zwartste bladzijde uit de Tweede Wereldoorlog – zo niet de mensheid.
Het grootste enfant terrible van het hedendaagse voetbal, Mario Balotelli, was er ook.
Hij zat op een treinrails.
Op dé beruchte treinrails; de rails die richting het perron van Auschwitz II (Birkenau) leidt, de rails waar mensen als Anne Frank en Primo Levi overheen werden gejaagd, gedoemd om te sterven tussen die vier muren gemaakt van geëlektrificeerd prikkeldraad.
Mario was stil. Hij luisterde. Naar wat de rabbi te vertellen had. De notoire aandachtstrekker die normaal in zijn eigen wereldje leeft, moest nu eens een keer zijn aandacht op iets heel anders richten.
Hij had het zeer indrukwekkend gevonden, zei hij na afloop. Mooi. Geef toe, als je aan de willekeurige voetbalkenner de volgende hypothese zou voorleggen: ‘Alle EK-selecties zijn naar Auschwitz geweest. Slechts één speler toonde niet veel interesse. Wie was dat?’, zullen veel mensen de naam Mario Balotelli voor op hun tong hebben liggen.
Niet dus. Oprechte interesse en afschuw. Wellicht had hij er al weleens van gehoord. Vroeger op de middelbare school, door de geschiedenislessen over Benito Mussolini en diens bondgenoot Adolf Hitler. Misschien had hij La Vita e Bella al eens gezien. Volgens een aantal mensen is hij zeer intelligent. Misschien heeft de Tweede Wereldoorlog na voetbal zijn grootste interesse. Misschien. Maar, hij heeft de schijn tegen.
Op een andere gepubliceerde foto zag je hem foto’s maken met zijn telefoon. Hij, in een blauw-wit Puma-outfit, blingbling in de oorlellen en een goedkope koptelefoon van het museum om de nek, foto’s nemend van deze voormalige moordfabriek. Een witte hanenkam, met op de achtergrond de ruïnes van de barakken en het beruchte prikkeldraad, opgehangen aan eindeloos lange rijen gekromde betonnen palen. Zijn gestalte, die vooral wordt geassocieerd met trammelant op het veld, verkeersovertredingen, afgestoken vuurwerk in de badkamer en buitensporige escapades in het uitgaansleven, op deze afschuwelijke plek.
Waarschijnlijk heeft hij alles gezien. Auschwitz I, Birkenau, de barakken, het perron, de galgen, de overblijfselen van Kamp Kanada met de stapels schoenen en de bergen haren. Wat zou Mario gedacht hebben toen hij in het crematorium stond, en hoorde over zijn Joodse landgenoot Shlomo Venezia, die dagelijks onder dwang een (letterlijke) wagonlading Joden moest knippen zodat ze kaal de gaskamers in konden, waaronder zijn bloedeigen neef?
Het museum Auschwitz-Birkenau heeft ook een opvoedkundige taak, zegt men. Opdat wij nooit vergeten, wordt zo vaak gepreveld.
Why always me? stond er ooit op een shirt van Mario, gedragen onder het lichtblauwe tenue van werkgever Manchester City.
Hij weet sinds vandaag dat dit klinkklare, aanstellerige onzin is. Geen Häftlinge van Vernichtungslager Auschwitz-Birkenau die dit zeventig jaar geleden op zijn zwart-wit gestreepte tuniek had staan.
Mario Balotelli was in Auschwitz. Misschien gaat het invloed hebben op zijn doorgaans ridicule gedrag.