Buitenaards golf

Ergens op de maan moet een golfbal liggen. Die ligt er nu al jaren in serene rust te wachten tot het moment dat-ie nog eens in een putje wordt getikt.
Dat het kleinood daar al jarenlang wortel ligt te schieten, is de schuld van 24 waaghalzen die naar die pokdalige grijze bol zijn gevlogen, waarvan weer twaalf van hen daar daadwerkelijk hebben rondgewandeld. En één vermetele had het idee om een golfclub plus -balletjes mee te nemen. Voor een potje moongolf.

Verdomd dat het een grotere natte droom van Tiger Woods is dan een jacuzzi vol naakte vrouwen: golfen op de maan. Met slechts een zesde van de zwaartekracht die wij hier moeten trotseren.
Wauw, wat een idee.
Überhaupt al, sporten met een zesde zwaartekracht. Wat als Cristiano Ronaldo zou mogen aanleggen op de maan? De bal zou waarschijnlijk in een streep richting Mars zoeven en daar een kopduel nabootsen met een rondsnuffelend Marswagentje.
Usain Bolt? ’s Werelds snelste mens ooit zou als een ware Super Mario door het vulkanische, naar kruit ruikende landschap hoppen. His Airness? Michael Jordan was er daadwerkelijk Air Jordan geweest, in een rood ruimtepak met de cijfers 2 en 3 erop geplakt.
Honkbal? Een goed gemikte bal richting aarde, en de slagman maakt een letterlijke home run.
Trampolinespringers? Ze zouden wellicht uit stilstand 24 meter hoog springen.
De racketsporten? Tennisballen zouden net zo snel dalen als een badmintonshuttletje, een squashballetje en een pingpongballetje.
De mogelijkheden lijken schier eindeloos. Eindeloos Teasend.
E.T.
Je zou ervan gaan zweven.

 

Die aan de andere kant

Met Charlie Duke

Jaren geleden ontmoette ik Charles Duke. Je mag ook Charlie tegen hem zeggen. Charlie is een Amerikaanse zeventiger woonachtig in El Lago, Texas, die naar eigen zeggen nog nooit is herkend als een voormalig moonwalker. Maar hij is het wel, een van die twaalf heldhaftigen.
Frank Sinatra zong het. Hij deed het.
Vliegen naar de maan.
Landen op de maan.
Lopen op de maan – ja, zelfs rijden op de maan.
En het belangrijkste, wegkomen van de maan.
Daarnaast is Charlie eigenaar van de hoogstwaarschijnlijk Meest Beluisterde Maar Onbekende Stem Aller Tijden. Daar is hij feitelijk nog bekender mee dan het maanwandelaarschap zelf.
Alleen weet niemand het, dat is zijn tragiek.
De meesten kennen hem waarschijnlijk ook, die stem. Een taaie, knauwende, met lange uithalen in de klanken o en a. Want wie de giant leap for mankind ooit heeft gezien of gehoord, heeft mogelijk ook Charlie horen praten.
Charlie zat namelijk aan de andere kant van de radio, in Houston.
‘In Amerika weten we allemaal wat we deden op 9/11,’ vertelde Charlie. ‘En voor de ouderen, de moord op JFK en de eerste maanlanding. Als men me vraagt wat ik deed toen Neil Armstrong zijn eerste stap op de maan zette kan ik zeggen: “well, ik sprak met Neil.”’
Die aan de andere kant van de lijn was er nog altijd trots op. Alsof hij zelf nooit op dat ronde ding aan de hemel had gestaan.

 

Golfballetje

Charlie legde alles uit. Over zijn maancapriolen – de belevenissen tijdens de dollemansritten met collega John Young, dat lopen op de maan aanvoelt als voortbewegen onder water, dat hij een keer bijna zijn zuurstoftoevoer vernielde, met een zekere dood als gevolg -, over de wildste maanlandingscomplottheorieën, en over hun materiële erfenis op de maan, bestaande uit tal van achtergebleven voorwerpen die tot op de dag van vandaag niet van hun plaats zijn gekomen.
‘Naast alle troep van het Apollo-project, waaronder een aantal maanauto’s, heb ik zelf een staatsiefoto van mij, mijn vrouw Dotty en onze boys achtergelaten. Verder natuurlijk Amerikaanse vlaggen, een astronauteninsigne van de verongelukte C.C. Williams, een hamer en een veertje…’
En toen kwam het. Het golfballetje. Of eigenlijk twee, allebei geslagen door de eerste Amerikaan in de ruimte en vijfde man op de maan: Alan Shepard.

 

Maangolf

Charlie was in voorbereiding op zijn Apollo 16-avontuur toen hij het op een televisiescherm had zien gebeuren – de apotheose van het Apollo 14-project. Shepard stond eindelijk, na jarenlang getouwtrek, tussen die mysterieuze, maagdelijke grijze heuvels. Om precies te zijn op hole 1 van Fra Mauro.
Voor de eerste (letterlijk) buitenaardse sportprestatie.
Landingsmodule Antares was het golfkarretje, collega-maanwandelaar Edgar Mitchell zijn caddy en Stuart Roosa overzag het geheel vanuit het ruimteschip – kilometers ver boven het hemellichaam, als ware een golfcommentator hoog boven de rustieke green.
Wellicht bevond zich op een andere planeet van een ander zonnestelsel van een ander sterrenstelsel van een ander cluster van een ander supercluster van een ander universum een ander superieur volk, met hoofden als verkeerd geteelde Gieser Wildeman-peren, die sporten beoefenden als vliegendeschoteldressuur en zwartegatenschieten. Maar vanuit aards oogpunt was Alan Shepard op 7 februari 1971 de eerste die buiten de dampkring iets deed dat wij, mensen, onder de noemer sport scharen.

 

Hole-in-space

Voorzichtig probeert Shepard de Wilson 6-Iron golfclub los te wrikken van een hendel op de landingsmodule. Het kost veel kracht, maar het lukt. In zijn andere hand bevinden zich twee golfballen. Moeizaam loopt hij een paar meter vooruit, naar de denkbeeldige tee.
Een balletje valt in het grijze poeder. Twee voeten zoeken naar vastigheid. Shepard probeert als een volleerd golfer de slaghouding aan te nemen, zijn rug licht voorovergebogen, de benen wat wijd uit elkaar, maar niet te. De voeten staan nu stevig en evenwijdig op de grond, een kwartslag gedraaid ten opzichte van de richting waar de bal naartoe moet.
Slechts een ding is significant anders: noodgedwongen moet Shepard met één hand slaan. Het is nogal onorthodox en bovenal onhandig, maar zijn pak laat weinig bewegingsvrijheid toe.
De club bungelt wat heen en weer. Vervolgens maakt het een trage, achterwaartse beweging. Nu gaat het gebeuren. De club lijkt vertraagd te zwaaien, maar gaat toch echt zo snel als mogelijk. Met de Antares achter hem en Edgar Mitchell als enig hooggeëerd publiek, moet nu de eerste bal van zijn plek komen.
Mis.
De afslag was ferm, en mits geraakt, zeker een eind richting de fictieve fairway gekomen.
Echter, nu kwam alleen stof van de teeing ground, als ware een losgeslagen graspol, terwijl het balletje slechts een paar centimeter vooruit rolde.
Nog eens proberen. Weer beweegt de club in slow motion van achter naar voor.
Dit keer een voltreffer.
Stofdeeltjes stuiven opnieuw op, precies zoals zand op de zeebodem omhoog komt bij beroering. Daarbovenuit torent een wit balletje, op naar grote hoogten.
De bal vliegt niet. De bal zweeft. Of beter gezegd, zweeeeeeeeeeeft. Een lange, onverstoorbare reis richting het oneindige, waar geen natuurverschijnsel de koers zal veranderen dan wel afremmen.
‘Mijlen en mijlen en mijlen ver…’ hoort men in Houston over de radio.

Een hole-in-space.

Heren professionele golfers kunnen jammeren wat ze willen, maar de verst geslagen golfbal aller tijden ligt toch echt op die natuurlijke satelliet die we regelmatig door de bomen zien schitteren.

Waarschijnlijk voor altijd.

 

Bron foto: freeimages.co.uk

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *