Commentator Hans van Zetten zat inmiddels weer. Uit zijn mond dansten onophoudelijk volzinnen de Nederlandse huiskamers binnen. Kunstschaatsers tekenden met hun ijzers ingewikkelde figuren in het ijs; een wirwar van ongepolijste kringen, een gruwel voor de liefhebber van gedweilde ijsbanen.
De vrije kür voor paren, een van de hoogtepunten van de Olympische Winterspelen, was al even op gang. Het scorebord bovenin de hal was bezaaid met Chenko’s en Ov(a)’s.
Stolbova.
Klimov.
Bazarova.
Larionov.
Alleen Pang en Tong uit China en een Canadees paar hadden zich ertussen weten te glijden. Een Chenko en een Kowy uit Duitsland, een Barack Obama look-a-like in een blauw pilotenpak en een dame volledig in roze, waren zojuist van het ijs gestapt. Ze wachtten nu op hun score. Zojuist hadden ze hun kür een spetterende einde gegeven – het opwaaiende rokje had veel geheimen prijsgegeven.
Geroezemoes.
Onder in beeld verscheen de score.
Zuurstok (Kowy) en Piloot (Chenko) werden door de jury op de tweede plaats geparkeerd.
Taferelen zoals we die kennen van het Songfestival volgden: men spuwde gretig handkusjes, zwaaiden hun armen welhaast uit de kom en keken ondertussen veel te blij in de lens van de camera.
Er verschenen snel twee nieuwe mensen op het ijs. Ze kwamen ook uit het voormalige Oostblok. Dit keer een Kov en een Zhar. Volgens commentator Van Zetten zouden ze een van de favorieten voor goud moeten zijn.
Waar het vorige paar nog gebruikte maakte van het Pink Panther-thema – vandaar wellicht het roze pakje? -, deed dit koppel het met begeleiding van het themanummer van de film Schindlers List. Klassieke muziek dus, in een eigentijds jasje. Iedereen kende de violenklanken, sommigen wisten alleen niet waar ze de klassieke mosterd vandaan moesten halen.
Hét themanummer uit de holocaustklassieker van Spielberg was al te pas en vooral vaak te onpas gebruikt, zeg gerust misbruikt, en de angst was dat dat hier ook zou gebeuren. Vele schaatsers gingen hen voor. In het verleden was het gekozen, zomaar, omdat het een mooi nummer was. Zonder bijbedoeling.
Maar nu danste de muziek mee. Met twee onschuldige mensen, overgeleverd aan de klauwen van de jury.
Het paar sprak al hun vermogens aan, alles voor dat ene doel: een gouden medaille. Vier dunne ijzertjes, spartelend over een vale ijsvloer, terwijl de vioolstreken van Itzhak Perlman werden ingezet.
Ik sloot mijn ogen.
Een kaars, oplichtend te midden van een grauwe, grijze omgeving.
De ogen gingen langzaam weer open.
Salchow, axel, schroef – behoedzaam werden de ingestudeerde elementen in willekeurige volgorde afgewerkt. De finale moest nog beginnen.
Ik sloot mijn ogen opnieuw.
Een meisje in een rood jasje, zwart-wit beelden, Liam Neeson in een briljante rol.
Weer de ogen open.
Twee opgedofte mensen, die majestueus over het ijs gleden. Ze voerden een drievoudige rittberger, weggeworpen, perfect uit. Volgens Hans het moeilijkste onderdeel van de kür.
Ogen weer dicht.
Volgestouwde veewagons. Paarden op een heuvel, uitkijkend over een ontwricht Krakau. Joodse hoop, arm in arm zwalkend over een weiland.
Ogen open.
Zwierende armen, kronkelende benen. Samengeknepen handen, die de synergie van wat hier op het ijs plaatsvond symboliseerden.
Door de muziek heen was de zalvende stem van Hans van Zetten te horen.
Iets later volgde klaterend handgeklap. Af en toe verscheen er uit het publiek een flits. De kür was afgelopen. Aan bijna drie minuten gelukzalig makende sport was een einde gekomen. Dit moest voldoende zijn voor een gouden medaille.
Lullige stronkjes bloemen vielen op het ijs, tussen de vers getrokken kringen. Russische kinderen haalden ze – als ballenjongens bij het tennis – onmiddellijk van de ijsvloer, terwijl twee borstkassen nog heftig op en neer pompten.
De violen van Schindlers List werden hier in Sotsji (her)gebruikt zoals componist Itzhak Perlman het ooit had bedoeld.