Ja, tuurlijk

‘Ja, tuurlijk.’
 
Jeroen Verhoeven antwoordde nonchalant, bijna arrogant. Alsof men vroeg Marc-AndrĂ© ter Stegen van FC Barcelona te vervangen.
 

De FC Utrecht-keeper had zojuist zijn auto geparkeerd, de te korte stropdas om zijn nek rechtgetrokken en liep nu richting de ingang van Stadion Galgenwaard. Vanmiddag kwam koploper PSV op bezoek. Jeroen zou het druk krijgen.

Voor de ingang van het stadion wachtte een supporter in een rolstoel – hoewel de stoel maar tijdelijk was, vertelde hij aan Studio Sport-verslaggever Joep Schreuder. Om het rechterbeen van de supporter fluorescerend geel gips, van lies tot grote teen. Wat er precies was gebeurd met hem werd niet duidelijk, maar het maagdelijke gipsbeen moest worden volgeschreven met handtekeningen van alle Utrecht-spelers.

Jeroen, als eerste van alle spelers van FC Utrecht bij het stadion gearriveerd, begroette de supporter, nam de zwarte merkstift aan en krabbelde ter hoogte van het scheenbeen een onleesbare tekst op het gips.
‘Vandaag de nul houden he?’ vroeg de supporter hoopvol, misschien zelfs tegen beter weten in, terwijl Jeroen nog met zijn meesterwerk bezig was.
‘Ja, tuurlijk.’
Verhoeven wist dondersgoed dat de kans op een goed resultaat nihil was, maar toch dat antwoord. En vooral: de achteloosheid waarmee hij de twee woorden uitspuwde.
Ja.
Tuurlijk.

Misschien zou Jeroen hetzelfde hebben gezegd als men hem vroeg de Midden-Oosten-problematiek op te lossen.

Later die middag, het was 1-5 voor PSV geworden. Utrecht had geen moment aanspraak gemaakt op gunstige uitslag. En het ergste was: de PSV’ers speelden niet eens hun beste spel. ‘Kan gebeuren’, zei de commentator nog, om de malaise te duiden.

In de 87e minuut zoomde een tv-camera in op Verhoeven. Zweetdruppels krioelden als lemmingen boven zijn wenkbrauwen. Hij stond moederziel alleen in het doelgebied, starend naar niets. Jeroen was in de steek gelaten.
Uit zijn mond schoot een optocht van verwensingen, die eindigde met een hartgrondig ‘VERDOMME!’ – als tongen konden doden, stond heel de Utrechtse achterhoede nu bij de hemelpoort.
De vloeken waren evenveel waard als de woorden eerder op de middag, toen hij nog bij de ingang van het stadion stond.
Want, ongetwijfeld, hadden de media hem na de wedstrijd kunnen vragen: Jeroen, heb je genoten van de wedstrijd?
Ja, tuurlijk.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *