Goed beschouwd hebben we in Nederland drie oer-Hollandse sporten: schaatsen, kaatsen en korfbal. Respectievelijk topsport, cultsport en breedtesport. Hoewel, breedtesport, we worden wel altijd wereldkampioen natuurlijk. Zo ook op het laatste wereldkampioenschap, in november 2011. En wederom werd België in de finale verslagen. De fusten bier waren niet aan te slepen, rolfluitjes werden kapot gefloten en er keken op een verdwaalde zondagmiddag ruim 600.000 Nederlanders integraal naar de finale. Polonaise!
Op dat WK in China, had men vier poules geformeerd en werden de volgende landen(!) groepswinnaar: Nederland, België, Taiwan en… Catalonië. Ja, inderdaad: Catalonië. Een provincie in Noordoost-Spanje. Geen goede reclame voor de sport.
De vraag is natuurlijk direct: Hoe en wanneer zijn Catalanen gaan korfballen? Een overblijfsel uit de Tachtigjarige Oorlog? Verloor de hertog van Alva zijn bril maar nam hij een rieten mandje-zonder-bodem mee terug naar Spanje? Werd de slag bij Nieuwpoort beslist in een aanvals- en verdedigingsvak? Hoogst opmerkelijk is het zeker, net als een Keniaanse langlaufer, een zwemmer uit Equatoriaal Guinea of een Tuvalees voetbalteam, trainend op de startbaan van vliegveld Funafuti.
Catalonië heeft ook een voetbalteam. Johan Cruijff is de bondscoach daarvan. Weten we meteen hoe officieel het is: niet. Johan wil namelijk nooit meer een officiële functie bekleden. Waarom is het korfbalteam dan wel officieel? De mogelijkheid alleen al is absurd – afschaffen!
Overigens, dat Catalaanse voetbalelftal is er een om je vingers bij af te likken. Pique, Puyol, Busquets, Xavi, Iniesta, Pedro en zo nog een zootje uitermate getalenteerde spelers. Elf mannen die achteloos de beste voetballers van Argentinië van de mat tikken met 4-0.
Maar goed, in het land van Xavi en Iniesta wordt dus ook gekorfbald. Stiekem hoop je op een WK-finale tussen Nederland en deze Spaanse provincie. Een finale waarin het lang gelijk opgaat, speelster Mady Tims in de laatste minuut de winnende probeert te maken, waarna haar Catalaanse tegenstreefster een salto mortale maakt en de bal nog net met haar rechtervoet voor de gele korf weet weg te tikken. Vervolgens brult de speaker van dienst dan in de verlenging keihard ‘Iniesta, Iniesta, Iniesta’ als een van de twee Catalaanse mannen in het aanvalsvak de winnende maakt.
Sommige mensen vinden korfbal een kutsport. Surrogaat. Een slap aftreksel van basketbal. Acteur Kees Prins maakte ooit in Jiskefet de sport belachelijk met zijn alter ego Edgar, waarmee hij de spelregel backcourt violation uit het basketbal naadloos verweefde met de spelregels van het edele korfbal.
Mart Smeets vroeg ooit aan Sven Kramer, toen hij opbiechtte -ja, opzettelijke woordkeus van de schrijver- dat er voor hem een blauwe maandag niets belangrijkers was dan een bal door een korf te gooien: ‘Oké, jij durft er dus voor uit te komen?’ Sven moest blozen. In een retorische vraag werd het imago van korfbal samengevat. En jij durft er voor uit te komen? Het zelfbenoemde geweten van de vaderlandse sportjournalistiek was zelden zo vernietigend.
Korfbal, waar autonome provincies mee mogen doen aan een wereldkampioenschap voor landenteams. Korfbal, de sport waar het fenomeen kantinedienst is uitgevonden. Een sport voor meisjes die hun vrouwelijke vormen willen behouden en toch willen sporten. En voor losers die te slecht waren voor handbal, hockey, voetbal of basketbal en met schoolgym altijd als laatste werden gekozen. Korfbal, een sport voor blanke mensen. Geef toe, ooit een neger zien korfballen dan? Korfbal, waar je als gezonde Hollandse knul met acht (hopelijk) lekkere wijven op het veld staat. Korfbal, waar men gemengd douchen gaat, zo luidt de stokoude grap. Korfbal, waar vier jongens en vier meiden na het laatste fluitsignaal in een dampende orgie ongeremd de Griekse beginselen doornemen, elkaar amechtig afwisselend, zodat ze het gebrek aan lichaamsbeweging op het veld op aangename wijze compenseren – dat is toch immers het idee van de grap ‘gemengd douchen’?
Korfbal, de sport van de (alle hierboven beschreven) vooroordelen; onbekend en onbemind in de rest van de wereld maar in Nederland gedoogd. Je speelt het, of je vindt het stom – maar durft het niet te zeggen tegen mensen die het spelen. Alweer een vooroordeel.
Wat geeft het eigenlijk. Stiekem hoop ik dat bij korfbalverenigingen als PIV (Paal is Vrij) uit Noord-Scharwoude van niemand iets wordt aangetrokken. Zodat wij, door de moeizame mondialisering van korfbal, tot en met het einde der tijden -ergens rond 2208- onafgebroken wereldkampioen zullen worden. Dankzij acht onderdanen van Oranje, die alles geven onder toeziend oog van twee lelijke gele plastic dingen, die een decennium geleden in de plaats kwamen voor die prachtige rieten korfjes.