Dit is een tekst van het Polarsteps-account van RandyBlogs: https://www.polarsteps.com/RandyBloks
De 5e dag van het bezoek aan de Olympische Spelen in Parijs (7 augustus 2024).
Locatie: Vélodrome Saint-Quentin-en-Yvelines, een uur rijden vanaf centrum Parijs.
Gezien, o.a.: kwalificatie sprint (m & v), 1e ronde keirin (v), 1e ronde team pursuit (v).
We turen naar het middenterrein. Han Kock.
Voor de mensen bij wie niet meteen een lichtje gaat branden: Han Kock is dé wielersportverslaggever van NOS Sport. Bekend stemgeluid. Karakteristieke krullen die het Sierd de Vos-syndroom hebben – ze sneaken regelmatig in beeld als Han een interview afneemt.
Wat houden die interviews in? Voor en na wedstrijden praten met renners en rensters. Lachen met (jaren geleden) Bram Tankink. Pittige momenten ophalen met Fabio Jakobsen. Huilen met Demi Vollering.
Naast prachtige sport, zien we Han aan het werk. Hoewel werk; gedurende de dag constateren Michel (neef) en ik: op de keper beschouwd heeft Han Kock best een saaie baan.
Bij het begin beginnen. Hoe zou Han zijn opgestaan? Vrolijk? Specifieker: zin in deze dag?
Want hoewel de onderdelen elkaar in rap tempo opvolgen, moeten we heel af en toe een paar minuten wachten. Op een nieuw onderdeel, een nieuwe heat, nieuwe renners.
Han Kock wacht voortdurend. Op het middenterrein, in een bloedheet Vélodrome. Twee woorden: subtropisch zwemparadijs. Een kapotte airco? De term ‘met de Franse slag’ bestaat immers niet voor niets.
Het middenterrein is zo opgebouwd dat de renners en rensters na hun inspanning op de baan telkens langs het persvak en dus een horde journalisten moeten om terug te kunnen naar hun bivak. Geen ontkomen aan, de dranghekken zijn zo geplaatst. Een andere route is er niet.
Om aan de pers te ontsnappen: doorfietsen. Niet op- of omkijken. Het journaille geen blik waardig gunnen. ‘We moeten zo dadelijk weer, snel uitfietsen’, lijken de renners en rensters uit te stralen.
En Han maar wachten. Heel de dag.
Voor 1 interviewtje per Nederlandse deelnemer. Of 2. Vandaag, met Harrie Lavreysen, Jeffrey Hoogland, Steffie van der Peet en Hetty ‘Raketty’ van de Wouw. En misschien als bonus een welwillende Nieuw-Zeelander.
Wanneer ze hun race rijden, staat Han al klaar in zijn persvakje. Lampen aan, camera aan, microfoon in de aanslag.
Voor het geval dat. Want Han weet ook: tevergeefse moeite. Ze rijden hem toch voorbij.
Zelfs na het wereldrecord van Harrie Lavreysen, eerder die ochtend gereden. Hij deed net iets meer dan 9 seconden over 200 meter. Op z’n snelst tikte hij de 80 kilometer per uur aan. Harrie reed daarna bijna net zo hard langs het persvak.
‘Hetty Raketty’ dan? Nee, ‘ik moet zo dadelijk weer’. Doorfietsen.
En Han kan weer wachten.
De onderdelen volgen elkaar snel op. Enerverend. Geen idee of je het vanaf het middenterrein ook goed ziet.
Eén moment schrikken we. We zitten óók even te wachten, nietsvermoedend, op het volgende onderdeel.
Een bekende stem.
‘Hee, ik ben mijn accreditatie kwijt. Heb jij ‘m gezien?’
Han Kock, pal naast me, staand, aan de telefoon.
Als door een ufo weggeflitst, is hij de eerstvolgende keer dat ik omkijk al verdwenen.
Weer even later staat Han weer op het middenterrein. Alles is kennelijk goedgekomen.
Ik bespreek Han met Michel. Je kunt Hans werk natuurlijk romantiseren. Je bent bij veel sportwedstrijden, je spreekt namens Nederland met de kampioenen, de primaire emoties van de sporters sijpelen via jou honderdduizenden Nederlandse huiskamers binnen, je zit op de eerste rij bij ceremonies, je hoort de volksliederen het hardst van iedereen.
Maar daarvoor? Is het wachten. Urenlang.
Ook in de Tour de France: 3 weken lang, iedere dag minimaal 200 km in de auto zitten. Voor alleen een praatje met Dylan Groenewegen vooraf en Jonas Vingegaard achteraf (oké ik overdrijf).
Intussen paniek bij de organisatie. De speakerinstallatie is uitgevallen. Geen monsieur of madame meer die alle onderdelen aan elkaar kan praten.
Lekker rustig wachten.
Weetje: wetenschappelijk onderzoek becijferde dat ieder mens ongeveer 20% van zijn/haar leven aan het wachten is. Op iets, op iemand. Hoe hebben ze dat kunnen onderzoeken?
Wachten.
Zou Han ook gegniffeld hebben om een van de dames van de Duitse achtervolgingsploeg? Naam: Laura Suessemilch. De Duitse Zoetemelk.
Nick Paul uit Trinidad & Tobago komt op de baan. De mevrouw die schuin voor me zit bekijkt op haar telefoon de Franse Wikipedia-pagina van Trinidad. Dzjuu… is dat een land? Waar ligt dat dan?
En behoorlijk wat kabaal als Robin Tjon a Fong de benen mag laten spreken. Een flinke afvaardiging uit Suriname in het Vélodrome, ze zitten vlak voor ons.
17.45. Avondsessie. Pas nu doet de speakerinstallatie het weer. Toch zo’n 2 uur zonder gezeten.
Naast ons, een echtpaar dat mij herkent. Van ons dan de vraag waarom zij op een mindervalidenplaats zitten. Manlief had maanden geleden zijn bekken gebroken. Fietsongeluk. Gelukkig kon hij inmiddels bijna alles weer. En soepel. Mindervalideplaatsen waren eigenlijk niet meer nodig, zeiden ze.
De avond wordt geopend door een van de fakkeldragers tijdens de openingsceremonie. Die oude baas in een rolstoel: Charles Compte. 100 jaar oud, de nog oudste levende Franse goudenmedaillewinnaar. Baanwielrennen, 1948 in Londen.
De laatste race van de dag voor Harrie Lavreysen. Moeiteloos klopt de Lichtflits uit Luyksgestel Yuta Obara uit Japan. Op naar morgen, op naar een tweede gouden plak. Laatste obstakel voor Harrie is het verplichte rondje door de ‘persstraat’. Voor de 4e keer die dag. Han staat met de microfoon in de aanslag.
Harrie stopt niet. Weer niet. Hij kijkt niet op.
Geen interview dus. Niet eens een zucht, gemurmel, of een vocaal kattenbelletje.
Jeffrey Hoogland dan? Ook niet.
Hetty van de Wouw, Steffie van der Peet? Rijden door. Morgen weer een (intensieve) dag.
Daarvoor heb je dan als Han Kock heel de dag gestaan. Geen soundbite van Het Fenomeen van het baanwielrennen – toevallig binnen onze landsgrenzen geboren. Geen quote van Hoogland (goud teamsprint), Van der Peet of Van de Wouw (die de volgende dag naar zilver reed).
Geen openingsvraag ‘Ja euh Harrie, vertel eens, wat was dit voor een dag?’
Gewacht op een interview dat nooit plaatsvond.
Just another day at the bloedhete office. Bedenk, Han Kock doet dit werk al jaren. Hij weet dus ‘s ochtends al wat voor dag het wordt. Calamiteiten daargelaten. Terug naar het begin: hoe zou Han dus opgestaan zijn?
En hij kan er niet níét-staan. Concluderen we. Stel dat Lavreysen deze dag door een lekke band uitgeschakeld wordt. Weg gouden medaille.
Studio Sport-presentator Gert van ’t Hof: ‘Topfavoriet voor de sprint Harrie Lavreysen is onverwachts uitgeschakeld vanwege een lekke band. We hebben geen reactie, want de redactie heeft niemand naar het Vélodrome gestuurd.’
Onbestaanbaar.
Han belt ’s avonds zijn vrouw.
‘Heel de dag gestaan. De Nieuw-Zeelanders waren buitenaards. De Italiaanse achtervolgingsploeg met Ganna, Milan en Consonni gezien. Benjamin Thomas. Matthew Richardson. Kristen Faulkner behaalde met de Amerikaanse achtervolgingsploeg haar 2e gouden medaille deze Spelen.
Wat betreft Nederlanders: vooral heats en kwartfinales. Allemaal door naar morgen. Niemand gesproken. Iedereen reed me voorbij. Ze waren al bezig met de volgende dag – ‘geen energie verspillen’.
Ik zal zo nog even Bert Maalderink bellen, mijn lotgenoot bij het schaatsen. Therapeutisch bijpraten.’
Toegankelijkheid: Rolstoeltaxi van de Paris2024-organisatie. Uitstekend. Velodrome: prima plaatsen, prima voorzieningen, prima toegankelijk. 10/10.