Het grootse sportfestijn in Londen gaat de boeken in als de Spelen van de inspiratie. Voor de jeugd. Opdat zij later hetzelfde presteren, waarbij stiekem wordt gehoopt op een aanzienlijke verbetering van de huidige menselijke maatstaven.
Welnu, ondanks mijn invaliditeit, en ik ben de jongste niet meer, heb ik ook ineens de geest gekregen. Zomaar. Want laatst kwam ik een feitje tegen. Hoewel, ik wist het al veel langer, maar het ding werd – zoals elke vier jaar – weer eens opgewarmd en voor mijn neus opgediend.
Het bestaan van de pentatlon. Een moderne vijfkamp. Een sport op de Olympische Spelen. Je kunt dus olympisch goud winnen met de moderne vijfkamp. Eureka!
Ik word vijfkamper!
Wat? Inderdaad, moderne vijfkamper. Een held. Want vijfkampers zijn de James Bonds (nog zo’n held) van de Spelen: ze kunnen alles. En ik wil alles kunnen.
Hoewel sinds 1912 onafgebroken op het olympische programma, en daarmee uitgestorven sporten als jeu de peume, roque en pelota ruimschoots overleefd, zijn vijfkampers onbekend en dus onbemind. Zelfs fervente sportliefhebbers weten niet van hun bestaan af.
Wat treurig.
In de vijfkamp zit een vraag opgesloten. Typisch een vraag die gelardeerd wordt met fronsende wenkbrauwen.
Wat is dat eigenlijk, de moderne vijfkamp?
Een encyclopedie-achtige, doch zelfverzonnen verklaring zou kunnen zijn:
De moderne vijfkamp (pentatlon) is een wedstrijd waarin vijf sporten dienen te worden beoefend. Allereerst moet men tegen elkaar schermen, vervolgens zo snel mogelijk tweehonderd meter aan zwembadwater overbruggen, waarna het paardrijden (springconcours) volgt, om af te sluiten met een combinatie van hardlopen en schieten met een laserpistool, naar voorbeeld van het winterse biatlon. En daarvan wordt een klassement opgemaakt.
In ons land wordt de vijfkamp gebruikt – of zeg gerust misbruikt – om op een verlaten middag, in de pauze van de olympische basketbalfinale, als afgedankt stopverf de zendtijd te vullen. En intussen zit half Nederland op het strand of aan de barbecue. Terwijl het over de hele wereld wordt beoefend. Hongaren zijn traditiegetrouw het sterkst. Generaal George Patton werd ooit vijfde op de Olympische Spelen, met (saillant!) de meeste strafpunten bij het schieten. Zelfs Egyptenaren en een Kameroener vijfkampen, blijkt bij nadere bestudering. Het is dus geen korfbal qua mondialisering.
Kortom, ik moet aan de bak.
Daarom heb ik het plan ‘Op Weg Naar 2028’ heb ik allang uitgetekend en in mijn grijze massa opgeslagen. Allereerst loop ik mijn orthese, die ik vanwege een verlamming om mijn been meedraag, aan flarden omdat ik achterna word gezeten door de plaatselijke schooljeugd, waarna blijkt dat ik eigenlijk best veel kan met mijn benen. Naar de hel met die verlammingen.
Binnen enkele jaren verruil ik mijn zoutzakkenlichaam voor een twee bij twee meter kleerkastenlichaam, inclusief sixpack rondom de navel. Ook neem ik een psycholoog in de arm. Om, als Het Moment daar is, binnen tien uur vier maal te kunnen pieken. En vooruit, ik heb mezelf in gedachten al zien trainen met schermcoach Roel Verwijlen. Stuiterend over de loper, met een degen in mijn linkerhand.
Ik huur zwemkampioenenmaker Jacco Verhaeren in om mij de fijne kneepjes van de borstcrawl bij te brengen. Ik ga voor het paardrijden in de leer bij Rob Ehrens. Kamiel Maasse helpt mij opnieuw hard te lopen. En schutter Peter Hellenbrand demonstreert hoe ik als een ware Private Jackson continu 10,9’s kan knallen.
Oh, wat zal baron Pierre de Coubertin vanuit zijn graf trots glimlachen. Zijn kindje, zijn vrucht, beoefend, gestileerd en geperfectioneerd door een zonderling uit Nederland.
Ik til de ‘onbekendste medaille’ van de Spelen uit de vergetelheid. Sterker, ik ben er zelfs zeker van: die ene schampere vraag, brandend op de lippen van gelouterde sportliefhebbers, wordt nooit meer gesteld na 2028. ‘De moderne vijfkamp? Nooit van gehoord?’ zal voortaan een zonde zijn.
Op tribunes de spandoeken: Je bent een rund als je niets met de moderne vijfkamp kunt.
Als eerste gouden vijfkamper mag ik naar de Koning. Ik zal geridderd worden, omdat ik een volkomen onbekende sport, die tot dan toe nooit rechtstreeks was uitgezonden door de vaderlandse staatstelevisie, op de kaart heb gezet.
Let maar op, ik zal er als 43-jarige staan in Amsterdam. Met een gouden medaille om mijn nek. Als overwinnaar van de mixed grill van de Olympische Spelen. Zie jullie dan.